Zijn er grenzen aan procederen en waneer is er spraken van misbruik van procesbevoegdheid?

De gedragregels van de NOvA verwoord in regel 3 ?De advocaat dient zicht voor ogen te houden dat een regeling in der minnen vaak de voorkeur verdient boven een proces.

De wijze waarop procespartijen hun processuele rechten gebruiken is een van de oorzaken van de ?eeuwige?problemen van civiel procederen. Het duurt te lang, is te kostbaar en leidt te vaak tot hoge kosten en ineffectiviteit van de civiele procedure.

Procederen vormt echter in beginsel rechtmatig gedrag. Wanner de proceskosten echter zijn veroorzaakt door onrechtmatig gedrag ligt dat wellicht anders.

Partijen dienen en redelijk belang te hebben. Misbruik van procesbevoegdheid doet zich met name voor als een partij (WA- verzekeraar) een processuele bevoegdheid uitoefent met geen ander doel dan de wederpartij te schaden (financieel uit te roken) of de wederzijdse belangen in aanmerking nemende, in redelijkheid niet tot uitoefening had kunnen komen, artikel 3:13 lid 2 BW.

Zijn WA- verzekeraars onder bepaalde omstandigheden te verwijten dat zij misbruik maken van procesbevoegdheid, zoals:

Vertragingstactieken binnen de grenzen van de wet?

Oneindig procederen tot aan de Hoge Raad?;

Als gevolg van de hoge kosten een rechtzoekende moet afhaken waardoor hij/zij in sociale en financiële problemen geraakt?

De WA- verzekeraar geen rekening houdt het (wederzijds) belang van zijn wederpartij?

Leidt misbruik van procesbevoegdheid altijd tot een onrechtmatige daad jegens benadeelde ex artikel 6:162 BW?

Kortom kunnen WA- verzekeraars onder bepaalde omstandigheden misbruik van procesbevoegdheid verweten worden als zijn vanaf eerste aanleg gedreigd hebben dat zij tot de Hoge Raad zullen procederen tegen een financieel veel minder draagkrachtige partij?